Die Wohnung unserer Zeit Berlijn
Ludwig Mies van der Rohe et al.
Samenvatting
In 1931, midden in de economische crisis, opende in Berlijn de Deutsche Bauausstellung. Het was het resultaat van een enkele jaren eerder ontstaan initiatief om een permanente bouwbeurs te openen in Berlijn. Onderdeel van deze beurs vormden een aantal afzonderlijke, tijdelijke tentoonstellingen, zoals de ‘Internationale Ausstellung für Städtebau und Wohnungswesen’ en de tentoonstelling ‘Die Wohnung unserer Zeit’. Deze laatste tentoonstelling besloeg een gehele tentoonstellingshal en was opgezet onder leiding van Mies van der Rohe. Mies leek hier de draad op te pakken van de eveneens door hem geleide Stuttgarter Weissenhofsiedlung in 1927. De tentoonstelling speelde zich echter nu binnen af, in een hal waarin 1:1 modellen waren gebouwd van de ontwerpen van de deelnemers, nu beperkt tot in Duitsland wonende en werkende architecten. Mies introduceerde de tentoonstellingen met de stelling: ‘Die Wohnung unserer Zeit gibt es noch nicht. Die veränderten Lebensverhältnisse aber fordern ihre Realisierung.’
Een van de hoofdthema’s was het door Gropius aan de orde gestelde vraagstuk hoogbouw versus laagbouw. Door de opstelling in een hal, waarbij appartementen alleen als fragment van een groter geheel getoond konden worden, kon een directe vergelijking tussen de twee woonvormen echter moeilijk gemaakt worden; de aandacht ging nu vooral uit naar de indeling en inrichting van de woningen. De inzendingen lijken in twee categorieën uiteen te vallen. Meest opvallend waren de met blinkend buismeubilair ingerichte interieurs voor villa’s en appartementen van architecten als Mies van der Rohe, Breuer, Hilbersheimer en Gropius, allen verbonden aan het Dessauer Bauhaus. Daartegenover stond de meer functionalistische benadering van het vraagstuk van de kleine, al of niet grondgebonden woning door onder andere Häring en Schuster. Als mogelijk antwoord op Mies’ vraag naar woningen voor de veranderde leefpatronen ontwierp een aantal ontwerpers appartementen in een ‘Boarding Haus’, met collectieve ruimten op de begane grond.