Het principe van de zonnewoning
Architectonisch experiment en infrastructuur in de VS van de jaren 1940
Samenvatting
Tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog ging het architectuurdebat in de Verenigde Staten vooral over experimenteel ontwerpen en produceren. Toen het einde van de oorlog in zicht kwam, vroegen architecten, planners en journalisten zich af of de bestaande woningvoorraad wel toereikend zou zijn om de repatriërende soldaten en hun toekomstige gezinnen te huisvesten, mede gezien het overweldigende materiaaltekort. Er werden nieuwe manieren gezocht om via de ontwerppraktijk maatschappelijke, politieke en economische kwesties aan de orde te stellen.
Dit dynamische debat tijdens deze periode is in een aantal publicaties recent behandeld. Harry Francis Mallgrave schreef in zijn overzichtswerk Modern Architectural Theory uit 2005 over het tijdvak rond de Tweede Wereldoorlog: ‘Er is weinig onderzoek gedaan naar Amerikaanse architectuurtheorie uit deze periode en er is weinig waardering voor: er wordt zelfs vaak beweerd dat er in deze jaren nauwelijks werd geïnnoveerd en er nauwelijks sprake was van een serieus architectuurdebat. Documenten uit die tijd vertellen echter een heel ander verhaal. De hoeveelheid kritische literatuur over de naoorlogse architectuurpraktijk overtreft – zowel kwantitatief als kwalitatief – de productie uit iedere andere vergelijkbare vooroorlogse periode.’ In verband met dat ‘serieuze architectuurdebat’ in de jaren 1940 is er onderzoek verschenen dat zich vooral heeft gericht op de grote belangstelling voor prefabricatie en verwante productiesystemen – systemen die vanwege de verwachte naoorlogse groei van de suburbs werden gezien als precies het nieuwe gereedschap waar de Amerikaanse bouwindustrie op zat te wachten. Deze trend blijkt, zowel uit de samenwerking van Walter Gropius en Konrad Wachsmann bij het General Panel House als uit meer alledaagse studies naar geïndustrialiseerde woningbouw zoals de Lustron Homes en de Green Ready-Made House. Andere kaders voor architectonische ontwikkeling uit die tijd, zoals een onderzoek naar het Industrialized House van Carl Koch aan het Massachusetts Institute of Technology, duiden op een brede belangstelling voor het opnieuw doordenken van de rol die de voorstedelijke woning vervulde in de maatschappelijke, technologische en infrastructurele organisatie van het land in de periode direct na de oorlog.