Albert Hall Mansions Londen/London Richard Norman Shaw
Samenvatting
Albert Hall Mansions, gelegen pal naast de Royal Albert Hall in de exclusieve Londense wijk Knightsbridge, bestaat uit drie blokken met luxe appartementen. Ze werden ontworpen door de architect Richard Norman Shaw (1831–1912), die de opdracht in 1878 verwierf, nadat hij al twee jaar eerder was aangetrokken om voor een ontwerp van architecten Driver en Rew nieuwe gevels te tekenen.
In de tijd dat Albert Hall Mansions werd ontworpen en opgeleverd (tussen 1876 en 1886) werden appartementencomplexen in Engeland beschouwd als huisvesting voor de armen. Voor speculatiebouwers in de luxe sector was de hoge woningdichtheid van dit gebouwtype reden om te zoeken naar oplossingen die ook gefortuneerden aansprak. De risico’s voor de investeerders in dergelijke nieuw te ontwikkelen gebouwen waren echter groot. De ontstaansgeschiedenis van Albert Hall Mansions wordt dan ook gekenmerkt door aarzeling, vertraging en ten slotte een gefaseerde uitvoering. Het hier gedocumenteerde blok is de eerste fase (opgeleverd in 1881) en is beduidend complexer van opzet dan de twee later uitgevoerde blokken.
Het ongeveer 70 m lange en 30 m hoge appartementengebouw kijkt uit over Kensington Gardens, een deel van Hyde Park. Shaw heeft geprobeerd de grootschaligheid van het gebouw te verzachten door het volume te geleden. Bovenop een plint van twee lagen lijken nu drie grote stadshuizen te verrijzen die uitmonden in halsgevels. In de bovenste laag zijn erkers gemaakt. De geveldelen tussen deze vooruitstekende ‘herenhuizen’ liggen ongeveer 1,5 m terug. Hier zijn de buitenruimten van de woningen gerealiseerd, in de vorm van loggia’s en balkons.
De drie hoofdingangen liggen niet aan de parkzijde, maar aan de achterkant. Elke hoofdingang telt twee deuren: de ene leidt via een hal en een binnenhof naar een hoofdtrappenhuis, de andere geeft direct toegang tot een diensttrap. De appartementen zijn per twee rond deze trappenhuizen gelegd. Elk van de drie hoofdtrappenhuizen en diensttrappen ontsluit acht grote appartementen. Shaw voorziet in daglicht door elk appartement aan twee lichthoven te laten grenzen. De eerste verlicht het centrale trappenhuis en de diensttrap, de andere de (entree)hallen van de woningen zelf.